De strijd duurt voort

Nog altijd zijn de mijten niet verdwenen, al is de besmetting bij de westelijke haakneusslangen beduidend minder dan een week geleden. Vandaag mottencassettes van Roxasect in de terraria gehangen in de hoop de mijt definitief te verdelgen. Een chemische bestrijdingswijze, dat helaas wel. De werkzame stof is dichloorvos, toch domweg een gif. Het is dus zaak de conditie van de slangen haarscherp in de gaten te houden en de mottencassettes te verwijderen zodra de reptielen er zichtbaar onder lijden. (Wordt vervolgd).

Utrecht legt ringslangen in de watten

In Nederland komen helaas maar drie soorten slangen voor: de adder, de gladde slang en de ringslang. De laatstgenoemde soort wordt in Utrecht in de watten gelegd, want een groep vrijwilligers gaat 26 maart verspreid over de stad tien broeihopen voor deze reptielen aanleggen. 

De ringslang (Natrix natrix) dankt zijn naam aan de gele band rond zijn nek. 

Het is de bedoeling dat de slangen daar  hun eieren leggen. Met name grote hopen tuinafval met vooral veel bladeren en ook takken zijn ideaal. Composthopen zijn eveneens geschikt, maar ´scoren´ minder bij de ringslang. Van belang is dat de broeihoop niet te vast is aangestampt, want dan kan de ringslang zich er niet in wurmen. En dat is toch de bedoeling, om uiteindelijk op een diepte van 20 tot 60 centimeter de eitjes te kunnen leggen.                                                                                       

Voedertijd

Vandaag de slangen weer gevoerd, maar helaas hebben de haakneuzen weer niet gegeten. Kennelijk ondervinden ze toch nog de naweeën van de antimijtbehandeling. Een van de beide Perzische rattenslangen heeft dit keer wel toegehapt en een muisje verslonden; de ander toonde nog geen belangstelling.